Page 76 - Gebruikershandleiding Fiat Ducato
P. 76

DASHBOARD   EN BEDIENING




                                                                                                                   VEILIGHEID




                                                                                                                   STARTEN   EN RIJDEN
         fig. 65                    F0N0033m  fig. 66                 F0N0034m  fig. 67                 F0N0035m
         GROOTLICHT fig. 65                GROOTLICHTSIGNAAL fig. 66         RICHTINGAANWIJZERS fig. 67
         Trek de hendel naar het stuurwiel, als de  Trek de hendel naar het stuurwiel (1e on-  Zet de hendel in de vergrendelde stand:
         draaiknop reeds in stand 2 staat (2e on-  vergrendelde stand), ongeacht de stand
         vergrendelde stand).              van de draaiknop. Op het instrumenten-  ❒ omhoog (stand 1): inschakeling rech-  LAMPJES EN  BERICHTEN
                                           paneel gaat het controlelampje 1 bran-  ter richtingaanwijzer;
         Op het instrumentenpaneel gaat het con-  den.
         trolelampje 1 branden.                                              ❒ omlaag (stand 2): inschakeling linker
                                                                                richtingaanwijzer.
         Als de hendel opnieuw naar het stuurwiel                                                                  NOOD-  GEVALLEN
         wordt getrokken, dooft het grootlicht en                            Op het instrumentenpaneel knippert het
         wordt het dimlicht weer ingeschakeld.                               controlelampje  F  of  D .
                                                                             De richtingaanwijzers schakelen automa-
                                                                             tisch uit als de auto weer rechtuit rijdt.  ONDERHOUD
                                                                             Als u kort richting aan wilt geven, voor het  EN ZORG
                                                                             uitvoeren van een handeling waarvoor het
                                                                             stuurwiel slechts weinig hoeft te worden
                                                                             verdraaid, dan drukt u de hendel iets om-
                                                                             hoog of omlaag zonder dat de hendel ver-  TECHNISCHE  GEGEVENS
                                                                             grendelt. Zodra u de hendel loslaat, gaat
                                                                             deze automatisch terug.
                                                                                                                   ALFABETISCH  REGISTER




                                                                                                                75
                                                         INDEX
   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81