Page 95 - Gebruikershandleiding LMC
P. 95

Handleiding en inspectieboekje voor camper
                                                                                                      Rijden



               5.2 Voertuig controleren

                                                                WAARSCHUWING! Letsel- en ongevalrisico!
                                                                Manco aan en in het voertuig kunnen tot

                                                                ongevallen met ernstig letsel tot en met de dood
                                                                leiden.
                                                                Daarom:
                                                                –  Vóór elke start voertuig en de lading op staat en
                                                                   rijveiligheid controleren.


                                                    Kopieer en vul de volgende lijst aan en plaats voor de start uw
                                                    vinkje op elke regel. als het betreffende punt afgewerkt is.

                Uit te voeren werkzaamheden en inspecties direct vóór de start                               9
                1.   Voertuig, vooral dak, ontdoen van residuen zoals takken, twijgen, bladeren, sneeuw, ijs.

                2.   Signaal- en verlichtingsinstallaties op functie controleren.

                3.   Remmen en besturing op perfecte functie controleren.

                4.   Velgen en banden op voorgeschreven staat controleren. Correcte bandendruk afstellen.
                5.   Bedrijfsvloeistofpeil (motorolie, servo-olie, remvloeistof, koelvloeistof en ruitenwisser) controleren, evtl.
                    bijvullen.

                6.   Draai- en zwenkstoelen in rijrichting arrêteren.
                7.   Lading op juiste verdeling en bevestiging controleren.

                8.   Alle binnen- en buitendeuren, serviceluiken, ramen en dakluiken sluiten en borgen.

                9.   Kasten, koelkastdeuren, afdekplaten van komfoor en aanrecht sluiten en borgen.

                10.  Verstelbare tafels en bedden vastzetten, hefbed met borgriemen vastzetten.

                11.  Rolgordijnen op voorruit en op raam van chauffeur en bijrijder volledig openen en borgen.
                12.  Tv-console inschuiven en borgen. Klep sluiten of console borgen tegen verdraaien.

                13.  Koelkast omschakelen op 12V stroomvoorziening.

                14.  Externe 230 V-stroomvoorziening met CEE-stekker verwijderen.

                15.  Gasfleskranen en snelsluitkranen sluiten.

                16.  Kinderen naar leeftijd en lengte op voorgeschreven kinderstoelen plaatsen en gordels vastmaken.
                17.  Meereizende personen op toegestane stoelen plaatsen en gordels vastmaken.

                18.  Onderlegspieën verwijderen en voertuigsteunen inschuiven.

                19.  Toegangstrap volledig inschuiven.






               2008-02-15                                                                                    95
   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100