Page 10 - CJAYS-Specialist in Lastechniek- & Apparatuur| WELDAR
P. 10
INVERTER WELDER WK MIG 2125
4. SERVICE 4.2 HANDELINGEN DIE U NA EEN REPARATIE
MOET VERRICHTEN
ALLE ONDERHOUDS- EN
REPARATIEWERKZAAMHEDEN MOGEN Controleer na een reparatie of de bekabeling correct
ALLEEN DOOR GEKWALIFICEERDE PERSONEN aangebracht is en of er sprake is van voldoende
WORDEN UITGEVOERD. isolatie tussen de primaire en secundaire zijde van de
machine. Zorg ervoor dat de draden niet in aanraking
kunnen komen met de onderdelen in beweging of de
4.1 DE LASINVERTER ONDERHOUDEN onderdelen die tijdens de functionering verhit raken.
Hermonteer alle klemringen op de oorspronkelijke wijze
Controleer of de schakelaar (3) op “O” staat en of de om een verbinding tussen de primaire en secundaire te
voedingskabel van het lichtnet losgekoppeld is als u voorkomen als een draad breekt of losschiet.
onderhoud in het apparaat moet uitvoeren. Hermonteer tevens de schroeven met de tandringen op
Reinig tevens regelmatig de binnenkant van het de oorspronkelijke wijze.
apparaat en verwijder de opgehoopte metaalstof met
behulp van perslucht.
4.3 PROBLEEMOPLOSSING EN SERVICEVERLENING
Problemen bij onregelmatige draadaanvoer:
Draadaanvoerproblemen kunnen worden verminderd door een controle van de volgende punten:
Probleem Oorzaak
Door de motor in de kast aangedreven De draadhaspelrem is te zwaar afgesteld.
draadaanvoerrol heeft geslipt.
De draadhaspel is afgerold en het De draadhaspelrem is te licht afgesteld.
draad is verstrikt geraakt.
Versleten of verkeerde grootte van de Gebruik een draadaanvoerrol die geschikt is voor de diameter die u last.
draadaanvoerrol. Vervang de draadaanvoerrol indien versleten.
Draad aangewreven tegen de slecht Verkeerde uitlijning van inlaat-/uitlaatgeleiders.
uitgelijnde geleiders en de mogelijke
draadaanvoer is beperkt.
Aanvoer geblokkeerd door vervuiling. Wanneer teveel druk op de regelaar van de drukrol wordt uitgeoefend zullen
tijdens het doorvoeren van de lasdraad koper resten achterblijven.
Koperresten kunnen ook worden geproduceerd door de passage van de draad
door een verkeerde vorm of grootte van de groef van de draadaanvoerrol.
Koperresten komen in de voering (binnenspiraal) van de lastoorts terecht waar
ze ophopen en de mogelijk van aanvoer van de draad beperken.
Verkeerde of versleten contacttip. De contacttip brengt de lasstroom over op de lasdraad. Wanneer de diameter
van de contacttip niet overeenkomt met het te verlassen lasdraad, dan kan
boogvorming binnenin de contacttip plaatsvinden met als gevolg het vast
branden van de lasdraad in de conttacttip.
Zacht lasdraad zoals aluminium kan vast komen te zitten in de contacttip als
gevolg van het uitzetten van de draad door de verhitting ervan.
Slecht contact (massa) van de Bij een slecht elektrisch contact tussen de aardklem en het werkstuk zal het
aardklem met het werkstuk. verbindingspunt verhit raken en zal het vermogen van de boog verminderen.
Verbogen voering/binnenspiraal. Dit zal leiden tot frictie tussen de draad en de voering en aldus de mogelijkheid
om de draad aan te voeren beperken.
10