Page 8 - CJAYS-Specialist in Lastechniek- & Apparatuur| WELDAR
P. 8

INVERTER WELDER WK MIG 2125




          3. INSTALLATIE                        10) Digitale display (Lasstroom, draadaanvoersnelheid)
                                                11) Led-lamp die aangeeft dat het display (10)
          Lees deze instructies vóór het gebruik van het apparaat   de draadaanvoersnelheid voor het MIG-lassen
          a.u.b. aandachtig door.                 weergeeft.
                                                12) Led-lamp die aangeeft dat het display (10) de
          Deze moet worden uitgevoerd door bevoegd   lasstroom weergeeft.
          personeel. Alle aansluitingen moeten tot stand   13) Keuzeschakelaar 2-takt of 4-takt.
          worden gebracht overeenkomstig de geldende   14) Wave control: Zorgt voor een rustige, afgevlakte
          voorschriften en in volledige overeenstemming met   lasboog in het kortsluitboog gebied.
          de veiligheidsreglementen (CEI reglement 26-10 -   15) Instelknop: Regelt, afhankelijk van de
          CENELEC HD 427).                        geselecteerde LED, de lasstroom (LED 12) of
          -   Vergewis u ervan dat de netspanning overeenstemt   draadaanvoersnelheid bij MIG-lassen (LED 11).
            met de spanning die is aangegeven op het   16) Instelknop lasspanning: Gebruik deze om de
            kenplaatje.                           lasspanning in te stellen.
          -   Controleer bij het monteren van een stekker of
            deze een geschikte capaciteit heeft en verbind de
            geel/groene geleider van de voedingskabel met de   3.2 HET MONTEREN VAN DE DRAADSPOEL
            aardingspen.
                                                1.  Plaats de draadspoel van 5 kg op de draadrolhouder.
          WAARSCHUWING! Verlengkabels tot 30 m moeten een   2.  Stel de naafspanning in zodat de draadrol op de
          doorsnede hebben van minstens 2,5 mm².   juiste afstelling is ingesteld.
                                                                    Figuur 3
                                                   Reduceerventiel
                                                             Stroombron met
          3.1 BESCHRIJVING VAN DE UITRUSTING                 draadaanvoerunit
                                      Figuur 1
                               3              Gascilinder                  Lastoorts
                                                                              Werkstuk
                                                      Beschermgas
                                           4                               Aardklem
                                           5    3.  Gebruik de moer om de draadspoel vast te zetten.

           2                                    3.3 DRAADAANVOER
                                           6
                                                Zorg ervoor dat de draaddiameter overeenkomt
           1                                    met de draaddiameter groef in de aandrijfrol van de
                                                aanvoermotor. Plaats de lasdraad op de draadrolhouder
                                                en voer de draad (handmatig) tot in de aanvoerbuis
                                                en verwijder op het laspistool de contactbuis en het
                                                gasmondstuk. Door de machine aan te zetten en de
          1)  Mig-Lastoorts aansluiting         toortsschakelaar ingedrukt te houden kan men de
          2)  Din Massakabelaansluiting (-)     lasdraad doorvoeren tot deze uit de lastoorts komt,
          3)  Aan / Uitschakelaar (hoofdschakelaar)  daarna monteert men weer de contactbuis (let op dat de
          4)  Gasslang aansluiting.             lasdraaddiameter overeenkomt met de diameter van de
          5)  Voedingskabel                     contactbuis) en het gasmondstuk.
          6)  Ventilator voor het koelen van de omvormer.
                  8   10  11                    3.4 GASAANSLUITING
                                      Figuur 2
                                                -   Bevestig de gascilinder met een ketting aan
        7                             13          de laswagen, de wand of een andere vaste
                                                  ondersteuning, zodat de cilinder niet kan vallen
                                                  en de kraan kan afbreken.
                                                -   Monteer het reduceerventiel op de gascilinder
                                                  en draai de moer met een sleutel vast, let op dat
                                                  er een afdichtring is gemonteerd.
                                                -   Bevestig de gasslang aan het reduceerventiel en
                                                  zet deze vast met een slangklem, dit om lekkage
              16  9   15  12  14
                                                  te voorkomen.
                                                -   Open de gascilinder en stel de druk in op
          7)  Digitale display (Voltage).         8 - 10 ltr./min.
          8)  Led-lamp deze brandt als het apparaat is ingeschakeld.
          9)  Led-lamp om aan te geven dat de thermostaat is   LET OP:  Het gassoort moet overeenkomen met het
            geactiveerd.                        materiaal wat u wilt lassen.
      8
   3   4   5   6   7   8   9   10   11   12   13